Eenvoudige wiskundige vergelijkingen invoegen en berekenen in OneNote
Applies To
OneNote voor Microsoft 365 OneNote 2024 OneNote 2021 OneNote 2016U hebt geen rekenmachine nodig om de antwoorden op eenvoudige wiskundige problemen te vinden. U kunt wiskundige vergelijkingen noteren tijdens een vergadering, conferentie of les, en OneNote kan de resultaten direct voor u berekenen.
-
Typ de vergelijking die u wilt uitrekenen. Typ bijvoorbeeld 95+83+416 om de som van de getallen 95, 83 en 416 te berekenen, of WORTEL(15) om de vierkantswortel van 15 te berekenen.
-
Typ direct na de vergelijking, dus niet eerst een spatie typen, een gelijkteken (=) en druk vervolgens op de spatiebalk. Het antwoord wordt weergegeven na het gelijkteken (=).
:
-
Gebruik geen spaties in de vergelijking. Typ de getallen, operators en functies als één onderbroken tekstreeks.
-
Functiecodes zijn niet hoofdlettergevoelig. Zo leveren WORTEL(3)=, wortel(3)= en Wortel(3)= hetzelfde antwoord op.
-
Als u na het antwoord een nieuwe regel wilt invoegen, drukt u na het isgelijkteken op Enter (in plaats van de spatiebalk).
-
Als u alleen het antwoord op de vragen in uw notities wilt, kunt u nadat het antwoord is uitgerekend, de vergelijking die eraan voorafgaat verwijderen. Het antwoord blijft in uw notities staan.
Voorbeelden van eenvoudige berekeningen
Hierna volgt een aantal voorbeelden van wiskundige expressies die OneNote kan berekenen.
-
De gemiddelde maandverkoop van een product. Als de totaalomzet per jaar € 215.000 bedraagt, typt u €215.000/12= en drukt u vervolgens op de spatiebalk.
-
Totale kosten van maandelijkse termijnen. Typ bijvoorbeeld 48*€129,99= en druk vervolgens op de spatiebalk om de kosten van 48 maandelijkse termijn van € 129,99 per maand te berekenen.
-
De sinus van een hoek van 30 graden. Typ bijvoorbeeld sin(30)= en druk vervolgens op de spatiebalk.
-
Complexere wiskundige vergelijkingen. Typ bijvoorbeeld (6+7) / (4*wortel(3))= en druk vervolgens op de spatiebalk om het antwoord op (6+7) gedeeld door (4 keer de vierkantswortel van 3) te berekenen.
Ondersteunde rekenkundige operators
U kunt de volgende operators in uw vergelijkingen gebruiken.
Operator |
Betekenis |
Voorbeeld |
+ (plusteken) |
Optellen |
3+3 |
- (minteken) |
Aftrekken Negatief |
3-1 -1 |
* (sterretje) |
Vermenigvuldigen |
3*3 |
X (hoofdletter of kleine letter) |
Vermenigvuldigen |
3x3 |
/ (slash) |
Delen |
3/3 |
% (procentteken) |
Percentage |
20% |
^ (accent circonflexe) |
Machtsverheffen |
3^2 |
! (uitroepteken) |
Faculteit berekenen |
5! |
Ondersteunde wiskundige en trigonometrische functies
Voor uw vergelijkingen kunt u de wiskundige en trigonometrische functies in de volgende tabel berekenen.
: Als u een functie wilt berekenen, typt u de code van de functie (bijvoorbeeld WORTEL voor vierkantswortel), onmiddellijk gevolg door het getal, de hoek of variabelen tussen haakjes, zoals u in de kolom Syntaxis kunt zien.
Functie |
Beschrijving |
Syntaxis |
ABS |
Geeft als resultaat de absolute waarde van een getal |
ABS(getal) |
BOOGCOS |
Geeft als resultaat de boogcosinus van een getal |
BOOGCOS(getal) |
BOOGSIN |
Geeft als resultaat de boogsinus van een getal |
BOOGSIN(getal) |
BOOGTAN |
Geeft als resultaat de boogtangens van een getal |
BOOGTAN(getal) |
COS |
Geeft als resultaat de cosinus van een getal |
COS(getal) |
GRADEN |
Zet een hoek (in radialen) om in graden |
GRADEN(hoek) |
LN |
Berekent de natuurlijke logaritme van een getal |
LN(getal) |
LOG |
Berekent de natuurlijke logaritme van een getal |
LOG(getal) |
LOG2 |
Berekent de logaritme van een getal voor grondtal 2 |
LOG2(getal) |
LOG10 |
Berekent de logaritme van een getal voor grondtal 10 |
LOG10(getal) |
REST |
Geeft als resultaat het restgetal van een deling |
(getal)REST(getal) |
PI |
Geeft als resultaat de waarde van π als een constante |
PI |
PHI |
Geef als resultaat de waarde van Φ (de gulden snede) |
PHI |
BET |
Berekent een hypotheek op basis van een vast rentetarief, een constant aantal betalingen en de huidige waarde van het totaalbedrag |
PMT(rente;aantal termijnen;hw) |
RAD |
Zet een hoek (in graden) om in radialen |
RAD(hoek) |
SIN |
Berekent de sinus van de opgegeven hoek |
SIN(hoek) |
WORTEL |
Berekent de positieve vierkantswortel van een getal |
WORTEL(getal) |
TAN |
Geeft als resultaat de tangens van een getal |
TAN(getal) |