Wanneer je Microsoft Muis- en toetsenbordcentrum installeert en opent, worden de ondersteunde Microsoft-muizen en -toetsenborden die zijn aangesloten op de computer automatisch gedetecteerd en weergegeven. Als je een nieuw ondersteund apparaat toevoegt of een bestaand apparaat loskoppelt, worden de apparaatafbeeldingen die worden weergegeven in de gebruikersinterface automatisch bijgewerkt.
Opmerking: Welke toepassingsspecifieke instellingen beschikbaar zijn in de gebruikersinterface van Microsoft muis- en toetsenbordcentrum, hangt af van het specifieke apparaatmodel dat je selecteert.
Een Microsoft-apparaat selecteren
-
Scroll door de weergegeven apparaten totdat je het apparaat vindt dat je wilt configureren. Als het gewenste apparaat niet wordt weergegeven, koppel je het los, sluit je Muis- en toetsenbordcentrum van Microsoft af en start je het opnieuw op. Als het apparaat dan nog niet wordt weergegeven, controleer je of het wel wordt ondersteund of kijk je in de Probleemoplossing voor apparaatinstallatie of er andere mogelijkheden zijn.
Toepassingsspecifieke instellingen voor je apparaat configureren
Je kunt verschillende opdrachten in verschillende programma's aan knoppen of toetsen toewijzen. Je kunt bijvoorbeeld dezelfde knop of toets toewijzen om digitale inkt te activeren wanneer je in PowerPoint bent, een macro wanneer je in een game bent en het vergrootglas in een andere toepassing.
Een andere functie voor een specifieke toepassing aan een knop of toets toewijzen
-
Klik op App-specifieke instellingen. Als je al toepassingen hebt toegevoegd, wordt een lijst met toepassingen weergegeven.
-
Als u een nieuwe toepassing aan de lijst wilt toevoegen, klikt u op Nieuw toevoegen.
-
In de weergegeven lijst met toepassingen die op je computer zijn geïnstalleerd, klik je op de toepassing die je wilt toevoegen.
-
Klik op de toepassing waarvoor je de knop- of toetstoewijzingen wilt wijzigen. Er wordt een lijst met bestaande toewijzingen voor knoppen en toetsen weergegeven.
-
Klik op de knop of toets waarvoor je de toewijzing wilt wijzigen. Een lijst met de meest gebruikte opdrachten wordt weergegeven.
-
Als u meer opdrachten wilt weergeven, klikt u op alle opdrachten weergeven.
-
Sommige opdrachten hebben aan de linkerkant een Knopinfo-pictogram. Klik op dit pictogram voor meer informatie over de opdracht.
-
Als je de toewijzing wilt wijzigen, klik je op de gewenste opdracht.
-
Als u de knop/toets wilt uitschakelen, klikt u op deze knop uitschakelen.
-
Klik op Terug om terug te gaan naar het vorige scherm.
-
Herhaal stap 4-8 voor elke knop of toets waarvoor je de toewijzing wilt wijzigen.
De standaardinstellingen herstellen
Klik op standaardinstellingen herstellen en vervolgens op Herstellen om te bevestigen.