Tijd optellen of aftrekken

Tijd optellen

Stel dat u wilt weten hoeveel uur en minuten het kost om twee taken te doen. U schat dat de eerste taak 6 uur en 45 minuten duurt en de tweede taak 9 uur en 30 minuten duurt.

U kunt dit als volgt instellen in een werkblad.

1. Voer 6:45 in cel B2 in en voer 9:30 in cel B3 in.

2. Voer in cel B4 =B2+B3 in en druk op Enter.

   

   Het resultaat is 16:15 (16 uur en 15 minuten) voor het voltooien van de twee taken.

   Tip: U kunt ook tijden optellen met de functie AutoSom om getallen op te tellen. Selecteer cel B4 en kies op het tabblad Start de optie AutoSom. De formule ziet er zo uit: =SOM(B2:B3). Druk op Enter voor het hetzelfde resultaat: 16 uur en 15 minuten.

Dat was best eenvoudig, maar je hebt een extra stap nodig als je uren oplopen tot meer dan 24. Je moet een speciale opmaak toepassen op het resultaat van de formule.

Optellen tot meer dan 24 uur:

1. Typ 12:45 in cel B2 en typ 15:30 in cel B3.

2. Typ =B2+B3 in cel B4 en druk op Enter.

   

   Het resultaat is 4:15, niet helemaal wat je zou verwachten. Dit komt doordat de tijd voor taak 2 binnen 24 uur valt. 15:30 is hetzelfde als 3:30.

3. Selecteer cel B4 om de tijd weer te geven als meer dan 24 uur.

4. Ga naar Start > Opmaak en kies cellen opmaken.

   

5. Kies in het vak Celeigenschappen op het tabblad Getal de optie Aangepast in de lijst Categorie .

6. Typ [u]:mm;@in het vak Type boven aan de lijst met notaties en kies OK.
   
   Achter [u] komt een dubbele punt en achter mm een puntkomma.

Het resultaat is 28 uur en 15 minuten. De notatie staat vanaf nu in de lijst Type.

Tijd aftrekken

Hier volgt nog een voorbeeld: stel dat u en uw vrienden zowel de begin- als eindtijd van een vrijwilligersproject kennen en willen weten hoeveel tijd u in totaal hebt besteed.

Volg deze stappen om de verstreken tijd te berekenen. Dit is het verschil tussen twee tijden.

1. Voer in cel B2 de begintijd in en neem a op voor AM of p voor PM en druk vervolgens op Enter.

2. Voer in cel C2 de eindtijd in, inclusief a of p, wat van toepassing is, en druk op Enter.

3. Typ de andere begin- en eindtijden voor uw vrienden.

4. Trek in cel D2 de eindtijd af van de begintijd door de formule =C2-B2 in te voeren en op Enter te drukken.

   

5. Klik in het vak Cellen opmaken in de lijst Categorie op Aangepast.

6. Selecteer in de lijst Typeu:mm (voor uren en minuten) en kies OK.

   U ziet nu dat Richard 3 uur en 45 minuten heeft gewerkt.

   

7. Als u de resultaten voor de anderen wilt weergeven, kopieert u de formule door cel D2 te selecteren en te slepen naar cel D4.

   De notatie in cel D2 wordt samen met de formule gekopieerd.

Tijden met een verschil van meer dan 24 uur van elkaar aftrekken:

Het is noodzakelijk om een formule te maken om het verschil tussen twee tijden dat in totaal meer dan 24 uur is af te trekken.

Volg de onderstaande stappen:

1. Selecteer cel B1 in het bovenstaande voorbeeld en sleep naar cel B2, zodat u de notatie op beide cellen tegelijk kunt toepassen.

2. Klik in het vak Cellen opmaken in de lijst Categorie op Aangepast.

3. Typ m/d/jjjj u:mm in het vak Type boven aan de lijst met notaties.

   Let op de lege spatie aan het einde van jjjj en aan het einde van mm.

   De nieuwe notatie staat vanaf nu in de lijst Type.

4. Typ de begindatum in cel B1, inclusief dag-maand-jaar en tijd.
   
   

5. Doe dit ook voor de einddatum in cel B2.

6. Typ in cel B3 de formule =(B2-B1)*24.

Het resultaat is 31,5 uur.