Gegevensvalidatie toepassen op cellen

Gegevensinvoer beperken tot gehele getal in een bepaald bereik.

1. Voer stap 1 en 2 hierboven uit.

2. Selecteer Geheel getal in de lijst Toestaan.

3. Selecteer in het vak Gegevens het gewenste type beperking. Als u bijvoorbeeld hogere en lagere limieten wilt instellen, selecteert u tussen.

4. Geef de toegestane minimale, maximale of specifieke waarde op.

   U kunt ook een formule invoeren waarmee een getal wordt opgehaald.

   Stel dat u gegevens in cel F1 wilt valideren. Als u een minimumlimiet voor aftrek wilt instellen op twee keer het aantal onderliggende elementen in die cel, selecteert u groter dan of gelijk aan in het vak Gegevens en voert u de formule =2*F1 in het vak Minimum in.

Gegevensinvoer beperken tot een decimaal getal in een bepaald bereik.

1. Voer stap 1 en 2 hierboven uit.

2. Selecteer in het vak Toestaan de optie Decimaal.

3. Selecteer in het vak Gegevens het gewenste type beperking. Als u bijvoorbeeld hogere en lagere limieten wilt instellen, selecteert u tussen.

4. Geef de toegestane minimale, maximale of specifieke waarde op.

   U kunt ook een formule invoeren waarmee een getal wordt opgehaald. Als u bijvoorbeeld een maximumlimiet wilt instellen voor provisies en bonussen van 6% van het salaris van een verkoper in cel E1, selecteert u kleiner dan of gelijk aan in het vak Gegevens en voert u de formule =E1*6% in het vak Maximum in.

   Opmerking: Als u een gebruiker percentages wilt laten invoeren, bijvoorbeeld 20%, selecteert u Decimaal in het vak Toestaan , selecteert u het gewenste type beperking in het vak Gegevens , voert u de minimum-, maximum- of specifieke waarde in als decimaal, bijvoorbeeld .2 , en geeft u de cel voor gegevensvalidatie weer als een percentage door de cel te selecteren en te klikken op Percentagestijl in de groep Getal op het tabblad Start .

Gegevensinvoer beperken tot een datum in een datumbereik.

1. Voer stap 1 en 2 hierboven uit.

2. Selecteer datum in het vak Toestaan.

3. Selecteer in het vak Gegevens het gewenste type beperking. Als u bijvoorbeeld datums na een bepaalde dag wilt toestaan, selecteert u groter dan.

4. Voer een begin- of einddatum of een specifieke datum in die u wilt toestaan.

   U kunt ook een formule invoeren die een datum retourneert. Als u bijvoorbeeld een tijdsbestek wilt instellen tussen de datum van vandaag en 3 dagen vanaf de datum van vandaag, selecteert u tussen in het vak Gegevens , typt u =VANDAAG() in het vak Begindatum en typt u =VANDAAG()+3 in het vak Einddatum .

Gegevensinvoer beperken tot een tijd in een bepaald tijdsbestek.

1. Voer stap 1 en 2 hierboven uit.

2. Selecteer tijd in het vak Toestaan.

3. Selecteer in het vak Gegevens het gewenste type beperking. Als u bijvoorbeeld tijden vóór een bepaald tijdstip van de dag wilt toestaan, selecteert u kleiner dan.

4. Voer de toegestane begintijd, eindtijd of een specifieke tijd in. Als u een specifieke tijd wilt invoeren, gebruikt u de notatie uu:mm.

   Stel dat u cel E2 hebt ingesteld met een begintijd (8:00 uur) en cel F2 met een eindtijd (17:00 uur), en dat u de vergadertijden tussen deze tijden wilt beperken. Selecteer vervolgens tussen in het vak Gegevens , typ =E2 in het vak Begintijd en typ =F2 in het vak Eindtijd .

Gegevensinvoer beperken tot tekst van een bepaalde lengte.

1. Voer stap 1 en 2 hierboven uit.

2. Selecteer Tekstlengte in het vak Toestaan.

3. Selecteer in het vak Gegevens het gewenste type beperking. Als u bijvoorbeeld een bepaald aantal tekens wilt toestaan, selecteert u kleiner dan of gelijk aan.

4. In dit geval willen we de invoer beperken tot 25 tekens, dus selecteer kleiner dan of gelijk aan in het vak Gegevens en voer 25 in het vak Maximum in.

Berekenen welke invoer is toegestaan op basis van de inhoud van een andere cel.

1. Voer stap 1 en 2 hierboven uit.

2. Selecteer in het vak Toestaan het gewenste type gegevens.

3. Selecteer in het vak Gegevens het gewenste type beperking.

4. Selecteer in het vak of de vakken onder het vak Gegevens de cel die u wilt gebruiken om op te geven wat is toegestaan.

   Als u bijvoorbeeld alleen vermeldingen voor een account wilt toestaan als het resultaat niet groter is dan het budget in cel E1, selecteert u Toestaan > Geheel getal, Gegevens, kleiner dan of gelijk aan en Maximum >= =E1.

De cel die een product-id bevat (C2), moet altijd beginnen met het standaard voorvoegsel ID- en moet ten minste tien tekens (meer dan negen) lang zijn.

=EN(LINKS(C2; 3) ="ID-",LENGTE(C2) > 9)

De cel die een productnaam bevat (D2), mag alleen tekst bevatten.

=ISTEKST(D2)

De cel die iemands verjaardag bevat (B6), moet groter zijn dan het aantal jaren dat is ingesteld in cel B4.

=ALS(B6<=(VANDAAG()-(365*B4)),WAAR,ONWAAR)

Alle gegevens in het cellenbereik A2:A10 moeten unieke waarden bevatten.

=AANTALALS($A$2:$A$10;A2)=1

Zorg ervoor dat de vermelding van het e-mailadres in cel B4 het symbool @ bevat.

=ISGETAL(VIND("@",B4))