In plaats van een rekenmachine te gebruiken, kunt u ook Excel het werk laten doen.
In een werkblad kunt u met behulp van eenvoudige formules twee of meer numerieke waarden optellen, delen, vermenigvuldigen en aftrekken. Als u een formule hebt gemaakt, kunt u deze doorvoeren in aangrenzende cellen en hoeft u dus niet steeds opnieuw dezelfde formule te maken. U kunt ook de functie SOM gebruiken om snel een reeks waarden op te tellen zonder dat u deze handmatig hoeft in te voeren in een formule.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Een eenvoudige formule gebruiken voor het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen van numerieke waarden
U kunt een eenvoudige formule maken door waarden en wiskundige operatoren in te voeren in een cel, of de formulebalk, om een resultaat te krijgen. In plaats van waarden rechtstreeks in de formule in te voeren, kunt u ook verwijzen naar de cellen met de waarden die u wilt berekenen. Met een celverwijzing in een formule zorgt u ervoor dat het resultaat wordt bijgewerkt als de waarden veranderen.
-
Typ een aantal waarden in cellen.
Typ bijvoorbeeld 5 in cel A1 en 20 in cel B1.
-
Klik op een lege cel en typ een gelijkteken (=) om een formule te beginnen.
-
Na het gelijkteken (=) kunt u twee getallen en een rekenkundige operator typen als u een eenvoudige formule wilt maken.
U kunt bijvoorbeeld gewoon =5+20 of =5*20 typen. Maar als u een formule wilt maken die u niet hoeft te wijzigen, zelfs niet als u een van de waarden wijzigt, typt u de celverwijzing en een rekenkundige operator. Bijvoorbeeld A1 + B1.
-
Nadat u de formule met een plusteken (+) hebt geprobeerd, typt u een minteken (-) om waarden af te trekken, een sterretje (*) om waarden te vermenigvuldigen en een slash (/) om waarden te delen.
Als u de voorbeeldgetallen hebt gebruikt, is het resultaat 25, -15, 100 en 0,25.
Opmerking: U kunt variaties op deze formule gebruiken voor alle eenvoudige wiskundige berekeningen in Excel.
Een formule toevoegen aan aangrenzende cellen
Nadat u een formule hebt gemaakt, kunt u deze eenvoudig slepen naar aangrenzende cellen in een rij of kolom. Als u dit doet, wordt de formule automatisch aangepast om de waarden in de bijbehorende rij of kolom te berekenen.
-
Klik op een cel die een formule bevat.
In de rechterbenedenhoek van de omtrek van de cel ziet u een vierkant, de vulgreep.
-
Sleep de vulgreep naar een aangrenzende cel.
De formule wordt daar gekopieerd en de celverwijzingen worden automatisch aangepast.
Gebruik de functie SOM om het totaal te berekenen van de numerieke waarden in een kolom of rij
Als u het totaal wilt berekenen van een reeks numerieke waarden in een rij of kolom, hoeft u niet al deze waarden handmatig in te voeren in een formule. In plaats daarvan kunt u een vooraf gedefinieerde formule gebruiken waarin de functie SOM is opgenomen.
-
Typ drie getallen in een rij op een werkblad.
Typ bijvoorbeeld 5 in cel A1, 20 in cel B1 en 8 in cel C1.
-
Klik op de lege cel rechts van de waarden die u hebt getypt.
Klik bijvoorbeeld op cel D1.
-
Klik op het tabblad Formules onder Functie op AutoSom.
Rond de cellen die in het resultaat worden opgenomen, wordt een kader geplaatst.
-
Druk op Return.
Als u de getallen uit de eerste stap gebruikt, is het resultaat is 33.
Zie ook
Getallen vermenigvuldigen en delen