Met getalnotaties kunt u de weergave van getallen, waaronder datums en tijden, wijzigen zonder het feitelijke getal te wijzigen. De getalnotatie heeft geen invloed op de celwaarde die wordt gebruikt voor het uitvoeren van berekeningen. De werkelijke waarde wordt weergegeven op de formulebalk.
In Excel zijn standaard verschillende getalnotaties beschikbaar. U kunt deze ingebouwde notaties ongewijzigd gebruiken of u kunt ze als uitgangspunt nemen voor uw eigen aangepaste getalnotaties. Wanneer u aangepaste getalnotaties maakt, kunt u maximaal vier secties met notatiecode opgeven. Deze secties met code definiëren de notaties voor positieve getallen, negatieve getallen, nulwaarden en tekst, in die volgorde. De secties met code moeten worden gescheiden door puntkomma's (;).
Hier ziet u een voorbeeld met de vier verschillende secties:
Notatie voor positieve getallen
Notatie voor negatieve getallen
Notatie voor nullen
Notatie voor tekst
Als u maar één sectie met notatiecode opgeeft, wordt de code in die sectie voor alle getallen gebruikt. Als u twee secties met code opgeeft, wordt de eerste sectie gebruikt voor positieve getallen en nullen, en de tweede sectie voor negatieve getallen. Als u secties van de getalnotatie overslaat, moet u een puntkomma typen voor elke ontbrekende sectie. U kunt de tekstoperator & (en-teken) gebruiken om twee waarden samen te voegen.
Een aangepaste getalnotatie maken
-
Klik op het tabblad Start op Getalnotatie en klik vervolgens op Meer getalnotaties.
-
Klik in het dialoogvenster Cellen opmaken, in de lijst Categorie, op Aangepast.
-
Selecteer in de lijst Type de getalnotatie die u wilt aanpassen.
De geselecteerde getalnotatie wordt weergegeven in het vak Type bovenaan de lijst.
-
Breng in het vak Type de gewenste wijzigingen aan in de geselecteerde getalnotatie.
Richtlijnen voor notatiecode
Als u zowel tekst als getallen wilt weergeven in een cel, plaatst u de tekst tussen dubbele aanhalingstekens (" ") of typt u een backslash (\) voor een enkel teken. U moet de tekst in de juiste sectie met notatiecode opnemen. Gebruik bijvoorbeeld de opmaak € 0,00" te veel";€0,00-" te weinig" als u een positief bedrag wilt weergeven als '€ 125,74 te veel' en een negatief bedrag als '€ 125,74- te weinig'.
U hoeft geen aanhalingstekens te gebruiken om de tekens in de volgende tabel weer te geven:
Teken |
Naam |
$ |
Dollarteken |
+ |
Plusteken |
- |
Minteken |
/ |
Slash |
( |
Haakje openen |
) |
Haakje sluiten |
: |
Dubbele punt |
! |
Uitroepteken |
^ |
Accent circonflexe (caret) |
& |
En-teken |
' |
Apostrof |
~ |
Tilde |
{ |
Linkeraccolade |
} |
Rechteraccolade |
< |
Kleiner dan-teken |
> |
Groter dan-teken |
= |
Gelijkteken |
Spatie |
Als u een getalnotatie wilt maken die tekst bevat die in een cel is getypt, voegt u een 'at'-teken (@) in in de tekstsectie van de codesectie voor getalnotatie op het punt waar u de getypte tekst in de cel wilt weergeven. Als het @-teken niet is opgenomen in de tekstsectie van de getalnotatie, wordt tekst die u in de cel typt, niet weergegeven. alleen getallen worden weergegeven. U kunt ook een getalnotatie maken die specifieke teksttekens combineert met de tekst die in de cel wordt getypt. Voer hiervoor de specifieke teksttekens in die u wilt gebruiken vóór het @-teken, na het @-teken of beide. Plaats vervolgens de teksttekens die u hebt ingevoerd tussen dubbele aanhalingstekens (""). Als u bijvoorbeeld tekst wilt opnemen vóór de tekst die in de cel is getypt, voert u 'bruto-ontvangsten voor '@ in de tekstsectie van de getalnotatiecode in.
Als u een spatie ter breedte van een bepaald teken in een getalnotatie wilt opnemen, typt u een onderstrepingsteken (_), gevolgd door het teken. Als u positieve getallen bijvoorbeeld goed wilt uitlijnen met negatieve getallen die tussen haakjes staan, typt u aan het einde van de notatie voor positieve getallen een onderstrepingsteken gevolgd door een haakje sluiten.
Als u een teken in de getalnotatie wilt herhalen zodat het getal de hele kolom vult, typt u vóór het teken een sterretje (*) in de notatiecode. Typ bijvoorbeeld 0*- om na een getal zoveel liggende streepjes toe te voegen tot de cel vol is of typ *0 voor een notatie om voorloopnullen op te nemen.
U kunt notatiecodes voor getallen gebruiken om de weergave van cijfers voor en na het decimaalteken (komma) te bepalen. Gebruik een hekje (#) als u alleen de significante cijfers wilt weergeven in een getal. U kunt een hekje niet gebruiken om niet-significante nullen weer te geven. Gebruik het numerieke teken voor nul (0) als u niet-significante nullen wilt weergeven als een getal mogelijk minder cijfers heeft dan er zijn opgegeven in de notatiecode. Gebruik een vraagteken (?) als u aan weerszijden van de komma spaties voor niet-significante nullen wilt toevoegen, zodat de komma's mooi onder elkaar staan wanneer deze worden opgemaakt met een lettertype met een vaste breedte, zoals Courier New. U kunt het vraagteken (?) ook gebruiken om breuken weer te geven met een afwijkend aantal cijfers in de teller en noemer.
Als een getal meer cijfers voor de komma bevat dan het aantal tijdelijke aanduidingen in de notatiecode, worden de extra cijfers weergegeven in de cel. Als een getal echter meer cijfers achter de komma bevat dan het aantal tijdelijke aanduidingen in de notatiecode, wordt het aantal cijfers achter de komma afgerond op het aantal tijdelijke aanduidingen. Als de notatiecode alleen hekjes (#) voor de komma bevat, beginnen getallen met een waarde kleiner dan 1 met de komma, niet met een nul gevolgd door een komma.
Als u |
Wilt weergeven als |
Gebruikt u deze code |
1234,59 |
1234,6 |
####.# |
8,9 |
8,900 |
#,000 |
,631 |
0,6 |
0,# |
12 1234,568 |
12,0 1234,57 |
#,0# |
Getal: 44,398 102,65 2,8 |
Komma's uitgelijnd: 44,398 102,65 2,8 |
???.??? |
Getal: 5,25 5,3 |
Tellers van breuken uitgelijnd: 5 1/4 5 3/10 |
# ???/??? |
Als u een punt als scheidingsteken voor duizendtallen wilt gebruiken of als u een getal met een veelvoud van duizend wilt verkleinen, neemt u een punt (.) op in de getalnotatie.
Als u |
Wilt weergeven als |
Gebruikt u deze code |
12000 |
12.000 |
#,### |
12000 |
12 |
#, |
12200000 |
12,2 |
0,0,, |
Als u vóór of na een geheel getal voorloopnullen of volgnullen wilt weergeven, gebruikt u de codes in de volgende tabel.
Als u |
Wilt weergeven als |
Gebruikt u deze code |
12 123 |
00012 00123 |
00000 |
12 123 |
00012 000123 |
"000"# |
123 |
0123 |
"0"# |
Als u de kleur voor een sectie in de opmaakcode wilt opgeven, typt u de naam van een van de volgende acht kleuren in de code en plaatst u de naam tussen vierkante haken zoals weergegeven. De kleurcode moet het eerste item in de codesectie zijn.
[Zwart] [Blauw] [Cyaan] [Groen] [Magenta] [Rood] [Wit] [Geel]
Als u een getalnotatie wilt opgeven die alleen wordt toegepast als het getal aan een bepaalde voorwaarde voldoet, plaatst u de voorwaarde tussen vierkante haken. Een voorwaarde bestaat uit een vergelijkingsoperator en een waarde. Met de volgende getalnotatie geeft u bijvoorbeeld aan dat getallen kleiner dan of gelijk aan 100 rood moeten worden weergegeven en getallen boven de 100 blauw.
[Red][<=100];[Blue][>100]
Als u nullen of alle waarden in cellen wilt verbergen, kunt u een aangepaste notatie maken met behulp van de onderstaande codes. De verborgen waarden worden alleen op de formulebalk weergegeven. De waarden worden niet afgedrukt wanneer u het blad afdrukt. Als u de verborgen waarden weer wilt weergeven, wijzigt u de notatie in de getalnotatie Algemeen of in een geschikte datum- of tijdnotatie.
Als u dit wilt verbergen |
Gebruikt u deze code |
Nulwaarden |
0;–0;;@ |
Alle waarden |
;;; (drie puntkomma's) |
Gebruik de volgende sneltoetsen om de onderstaande valutasymbolen in te voeren in het vak Type.
Valutasymbool |
Druk op deze toetsen |
¢ (cent) |
Option+4 |
£ (pond) |
Option+3 |
¥ (yen) |
Option+Y |
€ (euro) |
Option+Shift+2 |
De regionale instellingen voor valuta bepalen de positie van het valutasymbool (dat wil gezegd, of het symbool vóór of na het getal wordt weergegeven en of een spatie het symbool en het getal scheidt). Op basis van de landinstellingen wordt ook het decimaalteken en het scheidingsteken voor duizendtallen bepaald. U kunt deze instellingen beheren met behulp van de systeemvoorkeuren voor Mac OS X International.
Als u getallen wilt weergeven als een percentage van 100 (bijvoorbeeld ,08 als 8% of 2,8 als 280%), neemt u het procentteken (%) op in de getalnotatie.
Als u getallen wilt weergeven in de wetenschappelijke notatie, gebruikt u een van de exponentcodes in de getalnotatie, bijvoorbeeld E–, E+, e– of e+. Als een codesectie van de numerieke notatie een nul (0) of een hekje (#) bevat na een exponentiële code, wordt het getal in Excel in de wetenschappelijke notatie weergegeven en wordt er een 'E' of 'e' ingevoegd. Het aantal nullen of getaltekens aan de rechterkant van een code bepaalt het aantal cijfers in de exponent. Met de code 'E–' of 'e–' wordt er een minteken (-) weergegeven bij negatieve exponenten. Met de code 'E+' of 'e+' plaatst u een minteken (-) bij negatieve exponenten en een plusteken (+) bij positieve exponenten.
Gebruik de volgende codes om datums en tijden op te maken.
Belangrijk: Als u de code 'm' of 'mm' direct na de code 'u' of 'uu' (voor uren) typt of direct voor de code 'ss' (voor seconden), worden minuten weergegeven in plaats van de maand.
Als u |
Wilt weergeven als |
Gebruikt u deze code |
Jaren |
00-99 |
jj |
Jaren |
1900-9999 |
jjjj |
Maanden |
1-12 |
m |
Maanden |
01-12 |
mm |
Maanden |
jan-dec |
mmm |
Maanden |
januari-december |
mmmm |
Maanden |
j-d |
mmmmm |
Dagen |
1-31 |
d |
Dagen |
01-31 |
dd |
Dagen |
zo-za |
ddd |
Dagen |
zondag-zaterdag |
dddd |
Uren |
0-23 |
h |
Uren |
00-23 |
uu |
Minuten |
0-59 |
m |
Minuten |
00-59 |
mm |
Seconden |
0-59 |
s |
Seconden |
00-59 |
ss |
Tijd |
4 AM |
u AM/PM |
Tijd |
4:36 PM |
u:mm AM/PM |
Tijd |
4:36:03 PM |
u:mm:ss A/P |
Tijd |
4:36:03.75 PM |
u:mm:ss.00 |
Verstreken tijd (uren en minuten) |
1:02 |
[u]:mm |
Verstreken tijd (minuten en seconden) |
62:16 |
[mm]:ss |
Verstreken tijd (seconden and honderdsten) |
3735,80 |
[ss],00 |
Opmerking: Als de notatie AM of PM bevat, is de tijd gebaseerd op de 12-uurs klok, waarbij 'AM' of 'A' de tijd aangeeft van middernacht tot twaalf uur 's middags en 'PM' of 'P' van twaalf uur 's middags tot middernacht. Anders is de tijd gebaseerd op de 24-uurs klok.
Zie ook
Een aangepaste getalnotatie maken en toepassen
Getallen weergeven als postcodes, burgerservicenummers of telefoonnummers
Datums, tijden, valuta's, breuken of percentages weergeven